Nieuws

Vrijloopstal perspectiefvol, maar type bodem vraagt nog aandacht

Gepubliceerd op
17 februari 2014

Behalve positieve duurzaamheidsaspecten heeft de vrijloopstal ook zorgpunten. De conclusie van het drukbezochte symposium was duidelijk 'de vrijloopstal heeft perspectief, maar met name gebruik van compost staat ter discussie'.

Veel melkveehouders, adviseurs, bedrijfsleven, onderwijs en bestuurders zijn bijgepraat over de laatste stand van zaken op het druk bezochte symposium “vrijloopstallen” wat op 13 februari 2014 in de Eemlandhoeve is gehouden. Op het symposium zijn de resultaten uit onderzoek van Wageningen UR Livestock Research, en de ervaringen van de praktijknetwerken “Gebruikers vrijloopstallen” en “Humest”, begeleid door IDV-Advies, toegelicht.

Het symposium kwam 7 jaar na de eerste oriëntatie in Amerika naar Compost Dairy Barns en 6 jaar na een studiereis naar Israël waar koeien op gedroogde mest worden gehouden. De eerste vrijloopstal in Nederland werd eind 2009 gerealiseerd. De jaren erna tot nu zijn er ca. 40 gebouwd. Bekijk hier een filmpje waarin kort de ontwikkeling van de vrijloopstal in Nederland wordt toegelicht.

Hieronder de highlights die op het symposium gepresenteerd zijn:

Welzijn van de koe

Voor de melkveehouders is het welzijn van de koe vaak één van de belangrijkste redenen om een vrijloopstal te bouwen. De koe wil ruimte  bij het gaan staan en  liggen. Ruimte voor natuurlijk gedrag om elkaar op te zoeken of juist te vermijden. En ze wil een zachte ondergrond met grip.  In de vrijloopstal is het welzijn duidelijk beter dan in een ligboxstal; de dieren kunnen makkelijker gaan staan en liggen, ze komen niet in botsing met ijzerwerk en ze vertonen weinig huidbeschadigingen. Bij enkele melkveehouders van het eerste uur worden de koeien makkelijker ouder en daalt het vervangingspercentage. Ook de klauwgezondheid gaat met sprongen vooruit.

De extra kosten voor de grote stal met meer dan 15 m² per koe en de extra strooiselkosten kunnen goedgemaakt worden door 10% lagere vee-vervanging.

Mest en milieu

De mest uit de vrijloopstal bevat veel organische stof. Dat is goed voor de bodemvruchtbaarheid. De werking van de stikstof is echter traag. Om opbrengstreductie te voorkomen moet deze mest daarom gecombineerd worden met een snelwerkende dierlijke mest (bv drijfmest of dunne fractie).

Uit milieu onderzoek blijkt dat ammoniakemissie gemiddeld te hoog ligt, vooral op compostbedrijven. Daardoor kan de vrijloopstal niet als emissiearm stalsysteem aangemerkt worden. Voor houtsnipperbodems lijkt er nog wel perspectief te zijn door verbetering van bodemprocessen en toepassing van een emissiearme vloer achter voerhek.

Zorgpunten

Er zijn ook zorgpunten. Vanuit de overheid is dit de hogere ammoniakemissie vanuit de stal. Echter, deze wordt grotendeels gecompenseerd door een lagere emissie op het land. De zuivel maakt zich zorgen over de risico’s van de (extreem) hittebestendige sporevormende bacteriën, die via bodemmateriaal en uier in de melk terechtkomen. Dit is geen voedselveiligheidsissue, maar heeft te maken met mogelijk bederf van geëvaporeerde zuivelproducten. Deze bacteriën vermeerderen zich tijdens het composteringsproces op het composteerbedrijf of in de stal. Dat betekent dat ze in compost die wordt aangevoerd al aanwezig kunnen zijn. En dat bij een composteringsproces met houtsnippers deze bacteriën zich vermenigvuldigen, want ze houden van warmte. Uit onderzoek blijkt dat de aantallen in een houtnipperbodem lager zijn dan in een compostbodem. Frank Driehuis van het NIZO gaf aan dat extra voorbehandeling van de spenen van de koe met de huidige stand van de techniek té weinig effect heeft op het niveau van deze sporevormers in tankmelk.

Perspectief

Tijdens de discussie met de vrijlooppioniers en onderzoekers bleek dat de aanwezigen duidelijk perspectief zien in de vrijloopstal. Meindert Wiersma, één van de pioniers, verwoordde het als volgt “met een ligboxenstal moet je wel een supermanager zijn, wil je dezelfde koe-resultaten halen als in een vrijloopstal”. Cees Pijs en Marc Havermans geven aan dat hun koeien in de vrijloopstal met gemak twee jaar ouder kunnen worden. Een oudere koe en minder jongvee is beter voor het milieu.

Paul Galama vertelde dat het onderzoek zich gaat richten op het meest perspectiefvolle bodemmateriaal en dat is in dit geval houtsnippers, want daar lijkt het meeste perspectief te zijn m.b.t. ammoniak emissie en door de temperatuur te beheersen kunnen sporevormers wellicht verminderd worden.

Enkele pioniers gaven aan dat ze gaan experimenteren met andere organische bodemmaterialen, mits droog en betaalbaar.

Samenvatting

In de tabel staat een korte samenvatting van hoe de vrijloopstal scoort op de verschillende duurzaamheidsaspecten in vergelijking met een ligboxenstal.

Duurzaamheid aspecten vrijloopstal vs ligboxstal