Nieuws

Resultaten Praktijknetwerk 'Maïstelen met GPS op zand'

Gepubliceerd op
19 januari 2015

De toepassing van rijenbemesting vraagt om een jaarrond teeltsysteem. Daarnaast is het van belang dat de grond in het voorjaar voldoende draagkracht heeft om te bemesten. Ook zorgt deze methode ervoor dat de fosfaat kunstmestgift achterwege gelaten kan worden en de stikstof beter benut wordt. In de praktijk zijn wisselende resultaten gemeten. Het blijkt dat bij lagere bemestingsniveaus het effect van drijfmest in de rij uiteindelijk het grootst is.

In Noord Nederland heeft een aantal loonwerkers meegedaan in Praktijknetwerk: "Maïstelen met GPS op zand''. Zij beschikken over een mestinjecteur en een zaaimachine geschikt voor toepassing van rijenbemesting. In Noord Limburg en Oost Brabant is gebruikt gemaakt van tijdelijk beschikbaar gestelde machines. Het netwerk heeft samen met DLV Rundvee de afgelopen jaren de ervaringen van de toepassing gevolgd. Zij hebben gezamenlijk met loonwerkers diverse demovelden aangelegd. Door de verdere verlaging van de aanwendingsnormen zoeken maïstelers naar wegen om de opbrengst op peil te houden.

Wanneer toepassen – teeltsysteem jaarrond

Bij de teelt met rijenbemesting in het voorjaar moet in het najaar al gekeken worden of de grond hiervoor geschikt is. Het perceel dient in het najaar vlak te zijn, zonder sporen. Wanneer dit niet het geval is, moet een grondbewerking uitgevoerd worden, bijvoorbeeld lostrekken, waarna een groenbemester ingezaaid kan worden. Wanneer bewerking niet mogelijk is in het najaar, dan moet alsnog geploegd worden in het voorjaar, waarbij gelijk de groenbemester wordt ondergeploegd. Wanneer de grond vlak is en zonder sporen de winter is ingegaan, en er niet geploegd gaat worden in het voorjaar moet de groenbemester tijdig worden doodgespoten en/of ingewerkt worden met een schijveneg, volveldschoffel of triltand met ganzevoet. De ervaring is dat bij niet kerende grondbewerking het land vrij van onkruiden moet zijn. Niet kerende grondbewerking bespaart in kosten en is goed voor organische stof en meer bodemvocht. 

Minder of geen kunstmest meer nodig

Door toepassing van drijfmest in de rij is door een betere werking minder of geen kunstmest meer nodig in de rij. Door de mestwetgeving is op derogatiebedrijven geen toepassing meer mogelijk met kunstmestfosfaat. In de praktijk is het mogelijk door menging van meerdere mestsoorten of mestscheiding de bemesting volledig uit te voeren met dierlijke mest. Dit is zeker belangrijk voor melkveebedrijven die over voldoende eigen mest beschikken.


Voorkomen voor bodemverdichting

De machines die gebruikt worden voor rijenbemesting hebben de mogelijkheid de bodemverdichting te beperken door het rijden in hondengang, en/of verlaging van de bandenspanning. Ook wordt ervaring opgedaan met de aanvoer middels een sleepslang. Het is belangrijk dat de mest voldoende diep in de grond gebracht wordt. Kouters werken beter dan schijvenbemesters, omdat kouters de mest dieper inwerken.

Bodemomstandigheden en bodemvruchtbaarheid

Voor het realiseren van een goede opbrengst moet de bodemstructuur en bodemvruchtbaarheid op orde zijn. Daar is nog veel in te verbeteren. Voorbeelden daarvan zijn de toepassing van onderzaai van groenbemesters waardoor de grond bij de oogst een betere draagkracht heeft, minder insporing geeft en in het najaar bewerkt kan worden voor het volgende seizoen. In het voorjaar voldoende lang wachten tot de grond is opgedroogd. De aanpak verschilt sterk tussen melkveehouders en akkerbouwers.
Grond varieert per regio sterk, met ploegen in het voorjaar is er de grootste kans op schone grond, opheffen van structuurschade en verdichting en heeft om die reden voor veel veehouders de voorkeur. Met de combinatie met rijenbemesting moet het voorjaarsweer erg gunstig zijn om te kunnen ploegen en twee weken later te kunnen bemesten over losse grond. Rijenbemesting op recent geploegd land geeft meer risico op spoorvorming en zou daardoor minder succesvol kunnen zijn.

Investering loonwerkers in rijenbemesting

De deelnemende loonwerkers hebben veelal met subsidie een rijenbemester met GPS systeem aangeschaft. Voor het rendabel krijgen van een nieuwe machine is het nodig dat er voldoende areaal bewerkt kan worden met een machine, en dat een machine/combinatie langdurig ingezet kan worden. De ervaring is nu dat door de geringe toename van de omvang in ha de machines niet rendabel gemaakt worden, en er ook teveel aan- en aflooptijd nodig is vanwege aan- en afbouwen van de bemester in een juist drukke tijd. De rijenbemesters zijn alleen geschikt voor gewassen met een rijafstand van 75 cm. Bij kleinere rijafstanden wordt het voordeel van plaatsspecifiek bemesten kleiner. Bij loonwerkers die met één machine meerdere gewassen moeten bewerken betekent dit dat de injecteur moet worden verwisseld. Daardoor is er per saldo één injecteur extra nodig en dat is meer werk dan wanneer er van gewas gewisseld wordt. Om deze stap wel te realiseren zal er meer overleg nodig zijn van melkveehouders en loonwerkers om met vertrouwen in nieuwe werktuigen te gaan investeren. Het bemesten vraagt meer tijd en een hogere investering, met de beperkte meeropbrengsten is dit niet terug te verdienen.

Optimalisatie KringloopWijzer

Melkveehouders hechten nog aan optimale opbrengst van maïs in kg ds opbrengst. Het economisch rendement prevaleert daar boven de benutting van de stikstof in de stikstofkringloop op hun bedrijf. Door meer inzicht te hebben in de benutting/terugwinning van meststoffen komt het belang van rijenbemesting en de daarbij gerealiseerde benutting in beeld.