Nieuws

Mest verdunnen met water geeft minder ammoniakemissie

Gepubliceerd op
2 maart 2015

In veldproeven op grasland op klei- en veengrond heeft Wageningen UR samen met VIC Zegveld onderzoek gedaan naar de ammoniakemissie bij het aanwenden van verdunde mest met de sleepvoetenmachine. Uit de resultaten van dit tweejarig onderzoek blijkt dat door het verdunnen van minimaal 1 deel water op 2 delen mest een emissiereductie van 40 procent mogelijk is ten opzichte van niet verdunnen.

Het emissieonderzoek vormt een onderdeel van het onderzoeksproject naar perspectiefvolle emissiearme aanwendingsmethoden op grasland op veen- en kleigrond. Daarnaast wordt binnen dit project onderzoek uitgevoerd naar de gewasopbrengst en stikstofbenutting bij toedienen van verdunde mest met de sleepvoetenmachine (zie nieuwsbericht “Hogere grasopbrengst met water verdunde mest"). Dit voorjaar wordt de rapportage van het gezamenlijke onderzoek afgerond. Het onderzoek wordt gefinancierd door het Productschap Zuivel (ZuivelNL per 1 januari 2015), ministerie van EZ en de provincies Zuid Holland en Friesland.

Reductie van emissie door water toevoegen

Het verdunnen van mest kan bijdragen aan de vermindering van de ammoniakemissie, omdat de mest zo beter kan infiltreren in de bodem en de ammoniumconcentratie in de mest wordt verlaagd. Wel leidt het verdunnen tot een hogere gift (m3/ha mest +water) als eenzelfde stikstofgift nagestreefd wordt. Dit kan ertoe leiden dat de mest meer uitvloeit en niet meer netjes op stroken wordt toegediend, waardoor deze toediening weer extra emissie kan geven.

De afgelopen twee jaar zijn emissiemetingen uitgevoerd bij het uitrijden van verdunde mest met een sleepvoetenmachine. In de metingen werd de emissie vergeleken tussen verdunde en niet verdunde mest. De metingen werden uitgevoerd bij mesttoediening gespreid over de verschillende momenten van uitrijden in het voorjaar (voor en na de 1e snede) op praktijkpercelen op kleigrond in Kamerik en op veengrond in Zegveld. De mest werd vlak voor het aanwenden verdund met water in een verhouding van 1 mest : 1 water in 2013 of 2 mest : 1 water in 2014. In 2013 is binnen 7 proeven het effect van verdunnen op de emissie gemeten en in 2014 binnen 8 proeven. De proeven waren gespreid in de tijd voor en na de 1e snede op veen- en kleigrond.

De ammoniakemissie vertoonde een te verwachten spreiding. Dit komt vooral door de wisselende (weers)omstandigheden. Bij het verdunnen van runderdrijfmest bleek in beide jaren een gemiddelde emissiereductie van 40% bij een sleepvoetmachine mogelijk. Dit betekent dat bij uitrijden van deze verdunde mest met de sleepvoetenmachine 40 procent minder ammoniakemissie optreedt dan bij uitrijden van onverdunde mest met de sleepvoetenmachine. De resultaten zijn perspectiefvol. De minimale verdunning in dit onderzoek was 1 deel water op 2 delen mest. In hoeverre de verdunning nog verder terug kan voor voldoende emissiereductie vraagt nog nader onderzoek.

Lagere ammoniakemissie vereist

Veehouders en overheid hebben beide belang bij reductie van de ammoniakemissie en verhoging van de stikstofefficiëntie op melkveebedrijven. De sleepvoetmethode leidt al tot een forse reductie van ammoniakemissie bij bemesting op veen- en kleigrond ten opzichte van bovengronds uitrijden, echter een verdere emissiereductie is straks vereist. Het verdunnen van de mest als mogelijke emissiereducerende methode zou goed te implementeren zijn. Immers het verdunnen van drijfmest is veelal al gangbaar bij mesttoediening in het voorjaar waarbij de mest wordt aangevoerd met een sleepslangsysteem. Het wordt dan gedaan om de mest goed te kunnen verpompen. Een betere benutting van de mest en minder ammoniakemissie is een mooie bijvangst.